Het Monument van Erkentelijkheid, door opa Vuijsje steevast ‘dat rotmonument’ genoemd heeft plaatsgemaakt voor het Nationaal Holocaust Namenmonument. Precies op de plek van het monument stond voor- in en ook na de oorlog nog bakkerij Vuysje. Met een y voor de internationale uitstraling. Een verhaal in twee foto’s.
De foto hierboven zou je een samenvatting kunnen noemen van het Joodse leven voor de oorlog. Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar de Weesperstraat ademde ooit de sfeer van de Utrechtse- en Leidsestraat; winkelstraten haaks op de grachtengordel. Van de Nieuwmarkt liep via de Weesper- en Muiderstraat een Amsterdams- Joodse gordel naar de Plantage en sinds de twintiger jaren zelfs naar de Transvaalbuurt. Wie iets wil proeven van de sfeer leze de verhalen van Meyer Sluyser (ze staan op deze website, sommige ook als luisterverhaal). Bakkerij Vuysje liep als een trein, zeker toen het aantal Joodse vluchtelingen uit Duitsland toenam. Marja Vuijsje schrijft er mooi over in haar boek Ons Kamp (2012).
Veelzeggend op bovenstaande foto is het verval. De Jodenhoek – zoals deze destijds werd genoemd – stond er verpauperd bij. Vooral de eilanden en de stegen stonden bekend als sloppenbuurten. Uilenburg was in de jaren ’20 om die reden volledig gesaneerd. Na de razzia’s van 1943 staan de Joodse straten erbij als spookstraten. Winkelruiten zijn dichtgetimmerd. Sommige panden worden in bezit genomen door getrouwde stelletjes. Andere worden gesloopt, met name in de hongerwinter waarin er grote behoefte is aan haardhout. Zo komt de Weesperstraat er uiteindelijk bij te staan als op de foto hieronder.
Een rot gebit met getrokken tanden. Wat moet je daarmee? De verlegenheid was na de oorlog groot. Dat Amsterdam het hoogste percentage vermoorde Joden had van heel West-Europa was toen nog onbespreekbaar. In die sfeer komt het Monument van Erkentelijkheid tot stand: een uiting van dankbaarheid van (een deel van) de Joodse gemeenschap voor de Amsterdamse helden die hen in de oorlog hebben bijgestaan. Het staat nu weer wat achteraf, dichtbij de oorspronkelijke plaats, met een bordje erbij dat woorden geeft aan de verlegenheid met het monument.
Kijk, dat was onze familie, zij zijn hier weggehaald en vermoord
De snelweg die de Weesperstraat nu is geeft precies de verlegenheid weer die men ook toen al had. In de jaren vijftig en zestig ontstaan plannen voor een ondergrondse metrolijn en een tunnel onder het IJ door. De vooroorlogse Jodenbuurt moet plaatsmaken voor de aanleg van de metro en de aanloopwegen naar de tunnel. Wat er nog van de Jodenhoek over is wordt weggevaagd. De winkels waren al naar Buitenveldert verhuisd. Pas nu, bijna tachtig jaar later, is er met het Namenmonument een plek gecreëerd die recht doet aan de moord op 63.000 Amsterdamse Joden. ‘Uiteindelijk zal ik het, denk ik, prettig vinden dat dit monument bestaat. Voor mijn kinderen, hun kinderen en alles wat daarna komt. Als ze dat zouden willen, kunnen ze naar de Weesperstraat gaan: kijk, dat was onze familie, zij zijn hier weggehaald en vermoord.’ (Robert Vuijsje, Parool 17 september 2021)