Melkboer Johannes komt direct in actie als hij het Delfts blauwe theepotje in de vensterbank ziet staan. Clara Habermann staat met haar bagage al klaar. Ze klimt onder in de wagen en Johannes brengt haar naar een onderduikadres in Amstelveen. Het eerste van zes adressen.
Ruth en Hans Kohnstam en hun zoon Pieter wonen sinds 1933 samen met schoonmoeder Clara op de begane grond van Merwedeplein 17. Het samenwonen met een (schoon)moeder die zich met het gezin bemoeit is niet altijd even makkelijk.
Op 14 juli 1942 rijden overvalwagens van de Grüne Polizei de Rivierenbuurt binnen. Om geen argwaan te weken bij de buren – er wonen meerdere NSB’ers op het plein – sluipen Ruth, Hans en Pieter via de achtertuin de straat uit.
Een paar maanden later, het is november 1942, ziet Clara van achter haar raam vrienden uit haar huis gesleept worden. Ook zij komt nu aan de beurt. Een soldaat beukt met zijn geweer op de deur, loopt even in huis rond en vertrekt tot haar verbazing weer. ‘We hebben genoeg joden voor vanavond.’ Die avond zet ze het Delfts Blauwe theepotje voor haar raam, het met Johannes afgesproken teken.
Na de oorlog keert Clara terug op het Merwedeplein. Wekelijks bezoekt ze de synagoge waar kaddisj wordt gezegd, het gebed voor de overledenen. Later die zomer hoort ze dat Ruth en haar haar gezin veilig in Argentinië zijn. Eind 1945 vliegt ze erheen, beseffend hoe uitzonderlijk het is dat ze allemaal door de oorlog zijn heen gekomen.
Research
Bovenstaand verhaal heb ik ontleend aan het boek ‘Anne Frank was niet alleen – het Merwedeplein 1933 – 1945’ van Rian Verhoeven (Prometheus, 2019) en krijgt een plek in mijn nieuwe rondleiding door de Rivierenbuurt. Het boek geeft een schat aan informatie en verhalen. Heel knap hoe Verhoeven door het boek heen de vele verhaallijnen op en rond het Merwedeplein vasthoudt en die verweeft met het grotere verhaal van de bezetting in Amsterdam. Het was nog een hele tour om uit het chronologisch opgezette boek verhalen te halen die ik op locatie kan vertellen. Het verhaal hierboven, bijvoorbeeld, is één van de vele verhaallijnen die door het hele boek heenlopen.
Ik heb het boek dan ook eerder bestudeerd (met onderstrepen en al) dan gelezen. Dat onderstrepen kwam ook goed van pas om de vele namen een beetje te onthouden, niet mijn sterkste kant. Het namenregister achterin heeft mij daar ook goed bij geholpen.
Mooi dat het bekende verhaal van de familie Frank nu niet meer op zichzelf staat, maar onderdeel is van een groter verhaal. Niet vier, maar 196 joodse bewoners van het Merwedeplein werden in de concentratiekampen vermoord of stierven van honger of uitputting. Verhoeven geeft deze mensen een plaats in de geschiedschrijving. Hun naam wordt genoemd en dat is waardevol.
Zoals ik hierboven al schreef: ik bereid een rondleiding door de Rivierenbuurt voor die zich concentreert op de architectuur van de Amsterdamse School en de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog. Ik weet nog niet precies wanneer het klaar is, maar van wat ik tot nu heb gelezen en opgeschreven kan ik wel zeggen dat het een erg interessante tocht wordt. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief.