Altijd weer een leuk moment tijdens een stadswandeling. Op de Dam laat ik bovenstaand schilderij van een anonieme schilder zien. Wat zie je wél op deze plaat maar niet op de Dam? Een paar keer kijken de deelnemers heen en weer. Dan: de waag en de toren. Het ontbreken van de waag is snel uitgelegd: die heeft Lodewijk Napoleon laten slopen om vanuit zijn gloednieuwe paleis zicht op de haven te krijgen. De toren, dat is een iets langer verhaal.
Strijd tussen kooplieden en dominees
De inkt van de Vrede van Münster (het einde van de 80-jarige oorlog in 1648) is nog maar net opgedroogd als er in Amsterdam twee gigantische bouwprojecten starten: het stadhuis en de bouw van de toren als slotstuk van de restauratie van de Nieuwe Kerk die een paar jaar ervoor bijna volledig platbrandde. Eigenlijk lopen de projecten al een tijdje want voor het stadhuis (het huidige Paleis op de Dam) zijn 13.659 en voor de toren 6363 heipalen de grond ingegaan.
Er zijn in Amsterdam altijd 4 burgemeesters die ieder jaar door een select gezelschap gekozen en herkozen worden. Zo houdt de elite de touwtjes stevig in handen. Binnen deze groep woedt een voortdurende strijd tussen kooplieden en dominees, rekkelijken en preciezen, vertegenwoordigd door de families Bicker en Backer. Andries Bicker voert de gematigden aan, Willem Backer is de enige strenge calvinist.
Terug uit Venetië
Backer is net terug van zijn grand tour (een soort studiereis die jongemannen in die tijd maakten) en diep onder de indruk van het centrum van Venetië. Hij heeft zich daar vergaapt aan het paleis en de hofkapel met een toren van achtennegentig meter hoog als centraal punt in de stad. Een ruiter te paard kan de trappen ervan bestijgen. Die combinatie van paleis, kapel en toren laat er geen twijfel over bestaan: hier verzamelt zich de macht van de wereld. Het plein is niets minder dan een evenbeeld van Jeruzalem. Alles herinnert aan de Oudtestamentische tempel. Een symbool van de eenheid van geestelijke- en wereldlijke macht: de droom van iedere Hollandse calvinist. Nee dan Amsterdam: daar bestaat het centrum van de macht uit een boter- en vismarkt met op de achtergrond een oubollig stadhuis en een afgebrande kerk.
Erg praktisch is het realiseren van Backers droom op en rond de Dam niet. De voet van de toren wordt achttien meter in het vierkant en komt dus met een hoek midden in het water van de Nieuwezijds Voorburgwal te staan. Er zal een onderdoorgang moeten komen voor het verkeer. Op woensdag 26 juni 1647 legt Willems zoon Cornelis de eerste steen met eronder een bouwoffer van tweehonderd gulden aan goud. Een bouwoffer is bij de bouw van kerktorens niet ongebruikelijk, maar dit is wel een heel genereus bedrag. Uit alles wordt duidelijk dat de toren een persoonlijk prestigeproject van Backer is. Anderhalf jaar later, op 28 oktober 1648, wordt de eerste steen van het stadhuis gelegd. Nu pakken de andere burgemeesters hun moment.
Brand in het stadhuis
Jaren volgen waarin Backer af- en dan weer aantreedt als burgemeester. Tijdens zijn afwezigheid schiet het met de toren niet op, maar dat trekt hij dan in het jaar daarna weer recht. Ondertussen rommelt het opnieuw. Vier jaar na de vrede van Munster breekt de Eerste Engelse Oorlog uit. In datzelfde jaar, de nacht van 6 op 7 juli, brandt het oude stadhuis tot de grond toe af. De toedracht wordt nooit helemaal duidelijk. Maar de brand gooit wel definitief roet in het eten van Backers plannen. Niemand peinst er nog over geld te steken in een toren nu het land in oorlog is en het nieuwe stadhuis als de wiedeweerga moet worden afgebouwd. Zelfs de plannen om de grachtengordel door te trekken van de Leidsegracht naar het IJ worden uitgesteld.
Willem Backer overlijdt op 5 oktober 1652, zevenenvijftig jaar oud. De drijvende kracht achter de toren die de Utrechtse Domtoren met drie meter had moeten overtreffen is weggevallen. Op de onvoltooide torenvoet wordt een gebouwtje neergezet om de blaasbalgen van het nieuwe orgel te huisvesten. Iets meer dan honderd jaar later worden de twee pijlers van de toren die de doorgang van het verkeer belemmeren afgebroken. Van de torenvoet zijn aan de in 1884 gedempte Nieuwezijds Voorburgwal alleen nog de resten te zien.
Mozes en Aäron
Tussen de Nieuwe Kerk en het voormalige stadhuis loopt de Mozes- en Aäronstraat. De straatnaam verbeeldt de dunne lijn die er ooit liep tussen de leiders van het volk (Mozes, gehuisvest in het stadhuis) en de leiders van de kerk (Aäron). Backers ideaal van een perfect Venetiaans piazza (plein) waaraan de leiders van het volk verantwoording afleggen aan de leiders van de kerk is er nooit gekomen. Integendeel, door de afwezigheid van de Nieuwe Kerkstoren steekt het torentje van het stadhuis/Paleis parmantig boven de kerk uit. Met autoriteit van boven heeft Amsterdam nooit erg veel opgehad.
De inhoud van dit blog is ontleend aan De toren van de Gouden Eeuw – een Hollandse strijd tussen gulden en God van Gabri van Tussenbroek, Uitgeverij Prometheus.
Dit verhaal en vele andere maakt deel uit van de rondleiding 750 jaar Amsterdam. Klik hier voor meer informatie.